Zaterdag 7 augustus 2021
Vanwege de centrale ligging van Budapest en de goede treinverbindingen met andere plaatsen in Hongarije, is Budapest een ideale stad om vandaaruit andere plaatsen in Hongarije te gaan bezoeken. Op ongeveer 45 minuten van Budapest ligt de plaats Székesfehérvár. Dit was de plaats waar in de Middeleeuwen de koningen van Hongarije gedoopt, getrouwd en gekroond werden.



Om 9 uur in de ochtend vertrekt er vanuit Budapest een intercity trein naar de Sloveense hoofdstad Ljubljana. Met deze trein sta je ongeveer drie kwartier later op het station van Székesfehérvár. De temperaturen waren inmiddels opgelopen tot boven de 30 graden. Ook in het oosten van Kroatië waar ik later nog naar toe zou gaan, zou het alle dagen zo warm blijven.



Als je vanaf het station richting het centrum van de stad wandelt, kom je langs de Karmelietenkerk die tussen 1731 en 1769 door de Karmelieten gebouwd is met bijbehorend klooster.



In de buurt van deze kerk bevindt zich een klein parkje met een beeld van de heilige Stefanus. Hij werd in het jaar 1000 de eerste koning van Hongarije en is sinds 1083 een heilige. De kroon die hij toen droeg, was het staatssymbool van het koninkrijk Hongarije en later ook van de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije. In het Hongaarse parlement is deze kroon vandaag nog steeds te zien. Dit is echter een versie van een latere datum omdat de onderdelen niet oud genoeg zijn om uit de tijd van Stefanus te komen.



Boven het altaar van deze kerk bevindt zich een muur met een triomfboog. Boven het tabernakel bevindt zich een afbeelding van de heilige maagd Maria met het kindje Jezus. In de meeste kerken loopt altijd wel iemand rond om indien nodig de bezoekers te kunnen informeren. De mevrouw die hier op deze dag rondliep had nog een foldertje in het Engels en Duits en wat aanvullende informatie in deze talen dat ze aan mij gaf, zodat toch duidelijk was wat er zich allemaal precies in deze kerk bevindt.



Iets verderop richting het centrum van de stad bevindt zich de Sint Stefanus Kathedraal. Deze kerk was helaas op de zaterdag dat ik hier was niet open. Deze kerk is tussen 1758 en 1768 in een barokke stijl gebouwd. In de kerk bevinden zich fresco’s die het leven van de heilige Stefanus laten zien. Op weg naar deze kerk kom je langs de “New Hungarian Gallery”. Dit is een museum met schilderijen van allerlei Hongaarse kunstenaars. Ondanks dat het museum op een zaterdag open zou moeten zijn, was het potdicht. Er hing wel een briefje dat je aan moest bellen, maar ook dat had geen enkel effect. Zeker bij kleinere musea gebeurd het nog wel eens dat je aan moet bellen en dat ze dan het museum voor je open doen.



Vlak in de buurt van de Sint Stefanus Kathedraal staat de kapel van de heilige Anna. De kapel is gebouwd tijdens de regeerperiode van koning Matthias I (1464 tot 1490). Ten tijde van de Turkse bezetting was de kapel in gebruik van moslims. De kapel is het enig overgebleven gotische gebouw van de stad.



In dit gedeelte van de stad staat ook het Arpad badhuis. Het is gebouwd op de gelijknamige bron en sinds 1906 open. In de jaren ’20 van de vorige eeuw is er ook een hotel bijgekomen. Rond 2010 is het hele gebouw volledig gerenoveerd. Het gebouw zelf is gebouwd in Art Nouveau stijl.



In het centrum van de stad, kun je naast het bisschoppelijk paleis een tuin vinden met restanten van gebouwen uit de Middeleeuwen. Concreet zijn hier de restanten van een oude basiliek te zien waarvan de bouw gestart is door koning Stefanus I. 15 Hongaarse koningen zijn hier gekroond. De Turken hebben het gebouw gebruikt voor de opslag van kruit. Tijdens de slag om de stad in 1601 is het gebouw ontploft.



Op het centrale plein van de stad staat nog een aandenken aan de heilige Stefanus in de vorm van een bol met daaronder een waterbad. Zoals op de onderstaande foto te zien is, is dit monumentje geplaatst in het jaar 1938. In 1938 was Stefanus I van Hongarije precies 1000 jaar eerder overleden en vonden er allerlei vieringen plaats.



Het bisschoppelijk museum van de stad staat aan het centrale stadsplein. Het museum is ondergebracht in een voormalig klooster van de Franciscanen. Het museum is ook in het jubileumjaar 1938 geopend. Na de Tweede Wereldoorlog is de museumfunctie van het gebouw weer beëindigd. In 1998 is het gebouw na een grondige verbouwing opnieuw als museum geopend.



In het begin van de tentoonstelling in dit museum zijn een aantal oude stenen te zien van de oorspronkelijke basiliek van de heilige Stefanus die bij opgravingen gevonden zijn.



Het museum beschikt over een grote verzameling religieuze kunst waaronder een aantal schilderijen. Op de volgende foto is bijvoorbeeld een schilderij te zien van Maria Theresia van Oostenrijk gemaakt door de schilder Martin Meytens. Hij heeft veel schilderijen gemaakt van leden van de Oostenrijkse koninklijke familie.



Natuurlijk kunnen allerlei gebruiksvoorwerpen zoals oude kazuifels en monstransen.





De laatste foto uit het museum is een schilderij van Zoltan Szilardfy. Hij is geboren in 1937 en priester en kunsthistoricus. Hij heeft vooral onderzoek gedaan naar de geschiedenis van christelijke rituelen en iconen. Hierover heeft hij veel gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften en boeken.



Als afsluiting van dit deel van het reisverslag nog een foto van het gebouw waarin het bisschoppelijk museum gehuisvest is. Op het eerste gezicht is het niet meteen herkenbaar als museum, dat is wel vaker het geval in wat kleinere steden in Oost Europa, dus is het soms even zoeken voordat je de ingang gevonden hebt.



Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina