Dinsdag 18 oktober 2022
Op het eerste deel van deze tweede dag in Wenen heb ik de beide Joodse musea bezocht, die zich in het centrum van de stad bevinden. Als je het museum op de Judenplatz verlaat, zie je op dit plein een beeld staan van de dichter Gotthold Ephraim Lessing. Het eerste beeld is hier in 1935 onthuld. In 1939 is dit beeld door de nationaal-socialisten verwijderd en als metaal gebruikt voor de bewapeningsindustrie. In 1968 is er een nieuw beeld onthuld dat in 1981 weer op de plaats van het oorspronkelijke beeld terecht gekomen is.

Op weg naar een museum over Romeinse opgravingen in Wenen kom je dan langs de huwelijksbron. Deze is vernoemd naar het huwelijk tussen Maria en Joseph door een hogepriester. Het oorspronkelijke beeld stamt uit 1732. Dit beeld is in 1944 door een bombardement beschadigd geraakt en in de eerste helft van de jaren ’50 weer hersteld.

Inmiddels ben ik al lopend aangekomen bij het “Romermuseum” dat een overzicht geeft van allerlei opgravingen uit de Romeinse tijd. Het museum staat op de plaats waar 2000 jaar geleden de legerplaats Vindobona was. De Romeinen hebben rond de 350 jaar op deze plaats gewoond. Rondom de legerplaats waren ook allerlei plekken waar gewone mensen woonden. In de loop van de 19de eeuw zijn bij bouwwerkzaamheden deze restanten weer tevoorschijn gekomen.

Een van de eerste objecten in het museum zijn een drietal stukken van opgravingen. Alle drie zijn deze ontdekt tijdens bouwwerkzaamheden uit het begin van de 20ste eeuw. Het gaat hier onder andere om restanten van torens die zich bevonden in de oostelijke muur van de legerplaats.

Op de benedenverdieping van het museum kun je de restanten vinden van twee representatieve gebouwen die in 1948 en 1949 bij rioleringswerkzaamheden zijn gevonden. Na verdere uitgravingen ontstond in 1961 deze ruimte. Hierbij zijn wel een aantal originele muren afgebroken die echter wel op de boden gemarkeerd zijn. Het grootste deel van de huizen op deze plek zit nog steeds in de grond en is dus niet uitgegraven.

Zomaar een van de voorwerpen in het museum is het onderstaande stuk. Het komt van een begraafplaats uit de tweede eeuw na Christus en is of een deel van een altaar of een grafsteen.

Terug op de bovenverdieping van het museum is een deel ingericht om meer inzicht te geven in het soldatenleven van die tijd. Omdat er natuurlijk niet de hele tijd gevochten werd, waren veel soldaten ook werkzaam in administratieve beroepen of als handwerker. Daarnaast was er ook allerlei vertier. De familie van een soldaat woonde meestal in de stad in de buurt van de legerplaats. De soldaten die hier in de buurt van Wenen waren, hadden vooral als doel om de noordrand van het Romeinse Rijk bij de Donau te beschermen.

De kleine sarcofaag is in 1879 in de buurt van de “Votivkerk” gevonden. In de sarcofaag was een kind begraven en er werden ook een aantal voorwerpen gevonden die meegegeven waren aan de overledenen, vijf zilveren ringen en een kleine kleibeker.

In het laatste gedeelte van het museum wordt aandacht besteed aan de opgravingswerkzaamheden op de plaats van het in 1854 geopende hoofdpostkantoor. Toen dit gebouwd werd, werden bestaande gebouwen aan elkaar gekoppeld en ook opgehoogd. In de jaren 2017 en 2019 vonden op het binnenplein van deze gebouwen opgravingen plaats. Hierdoor werden bijna 1000 verschillende structuren zoals muren en vloeren zichtbaar. Uitgebreid onderzoek heeft meer inzicht gegeven in de verschillende periodes waarin deze structuren zijn gebouwd.

In de buurt van het Romermuseum bevindt zich een Grieks-Orthodoxe kerk. In 1782 is op deze plaats een bestaand huis omgebouwd tot een eenvoudige Griekse kerk. Tussen 1855 en 1860 werd de kerk omgebouwd naar zijn huidige vorm. Sinds 1963 is deze kerk de hoofdzetel van de Grieks-Orthodoxe Metropolis van Oostenrijk.

Foto’s maken in deze prachtige orthodoxe kerk was helaas niet toegestaan. Dit kon wel van de gang waarin je het gebouw binnengaat en die uiteindelijk bij de kerkruimte uitkomt.

Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina
Op het eerste deel van deze tweede dag in Wenen heb ik de beide Joodse musea bezocht, die zich in het centrum van de stad bevinden. Als je het museum op de Judenplatz verlaat, zie je op dit plein een beeld staan van de dichter Gotthold Ephraim Lessing. Het eerste beeld is hier in 1935 onthuld. In 1939 is dit beeld door de nationaal-socialisten verwijderd en als metaal gebruikt voor de bewapeningsindustrie. In 1968 is er een nieuw beeld onthuld dat in 1981 weer op de plaats van het oorspronkelijke beeld terecht gekomen is.

Op weg naar een museum over Romeinse opgravingen in Wenen kom je dan langs de huwelijksbron. Deze is vernoemd naar het huwelijk tussen Maria en Joseph door een hogepriester. Het oorspronkelijke beeld stamt uit 1732. Dit beeld is in 1944 door een bombardement beschadigd geraakt en in de eerste helft van de jaren ’50 weer hersteld.

Inmiddels ben ik al lopend aangekomen bij het “Romermuseum” dat een overzicht geeft van allerlei opgravingen uit de Romeinse tijd. Het museum staat op de plaats waar 2000 jaar geleden de legerplaats Vindobona was. De Romeinen hebben rond de 350 jaar op deze plaats gewoond. Rondom de legerplaats waren ook allerlei plekken waar gewone mensen woonden. In de loop van de 19de eeuw zijn bij bouwwerkzaamheden deze restanten weer tevoorschijn gekomen.

Een van de eerste objecten in het museum zijn een drietal stukken van opgravingen. Alle drie zijn deze ontdekt tijdens bouwwerkzaamheden uit het begin van de 20ste eeuw. Het gaat hier onder andere om restanten van torens die zich bevonden in de oostelijke muur van de legerplaats.

Op de benedenverdieping van het museum kun je de restanten vinden van twee representatieve gebouwen die in 1948 en 1949 bij rioleringswerkzaamheden zijn gevonden. Na verdere uitgravingen ontstond in 1961 deze ruimte. Hierbij zijn wel een aantal originele muren afgebroken die echter wel op de boden gemarkeerd zijn. Het grootste deel van de huizen op deze plek zit nog steeds in de grond en is dus niet uitgegraven.

Zomaar een van de voorwerpen in het museum is het onderstaande stuk. Het komt van een begraafplaats uit de tweede eeuw na Christus en is of een deel van een altaar of een grafsteen.

Terug op de bovenverdieping van het museum is een deel ingericht om meer inzicht te geven in het soldatenleven van die tijd. Omdat er natuurlijk niet de hele tijd gevochten werd, waren veel soldaten ook werkzaam in administratieve beroepen of als handwerker. Daarnaast was er ook allerlei vertier. De familie van een soldaat woonde meestal in de stad in de buurt van de legerplaats. De soldaten die hier in de buurt van Wenen waren, hadden vooral als doel om de noordrand van het Romeinse Rijk bij de Donau te beschermen.

De kleine sarcofaag is in 1879 in de buurt van de “Votivkerk” gevonden. In de sarcofaag was een kind begraven en er werden ook een aantal voorwerpen gevonden die meegegeven waren aan de overledenen, vijf zilveren ringen en een kleine kleibeker.

In het laatste gedeelte van het museum wordt aandacht besteed aan de opgravingswerkzaamheden op de plaats van het in 1854 geopende hoofdpostkantoor. Toen dit gebouwd werd, werden bestaande gebouwen aan elkaar gekoppeld en ook opgehoogd. In de jaren 2017 en 2019 vonden op het binnenplein van deze gebouwen opgravingen plaats. Hierdoor werden bijna 1000 verschillende structuren zoals muren en vloeren zichtbaar. Uitgebreid onderzoek heeft meer inzicht gegeven in de verschillende periodes waarin deze structuren zijn gebouwd.

In de buurt van het Romermuseum bevindt zich een Grieks-Orthodoxe kerk. In 1782 is op deze plaats een bestaand huis omgebouwd tot een eenvoudige Griekse kerk. Tussen 1855 en 1860 werd de kerk omgebouwd naar zijn huidige vorm. Sinds 1963 is deze kerk de hoofdzetel van de Grieks-Orthodoxe Metropolis van Oostenrijk.

Foto’s maken in deze prachtige orthodoxe kerk was helaas niet toegestaan. Dit kon wel van de gang waarin je het gebouw binnengaat en die uiteindelijk bij de kerkruimte uitkomt.

Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina
Reactie toevoegen